Skip to main content

Momenteel lees ik het boek The Seven Habits van Stephen Covey. Daarin vertelt hij de fabel van Aesopus over de kip met de gouden eieren:

Op een dag ziet een arme boer een schitterend gouden ei liggen in het nest van zijn lievelingskip. Aanvankelijk denkt hij dat het niet echt is. Vlak voordat hij het wil weggooien bedenkt hij zich en neemt het mee om het nader te bekijken. Het ei blijkt van zuiver goud! De boer kan het maar niet geloven. Zijn verbazing wordt nog groter wanneer hij de volgende dag dezelfde ontdekking doet. Elke dag rent hij hij, zodra hij wakker wordt, weer naar het nest en steeds weer vindt hij het gouden ei. Hij wordt enorm rijk en het lijkt te mooi om waar te zijn. Maar niet alleen zijn rijkdom, ook zijn hebzucht en ongeduld worden groter. Het valt hem steeds zwaarder de volgende dag af te wachten en uiteindelijk besluit hij de kip te slachten om de eieren er allemaal tegelijk uit te halen. Maar in de kip is geen gouden ei te bespeuren. En vanaf nu zal hij er ook nooit meer één aantreffen. De boer heeft de kip die hem de gouden eieren leverde om zeep geholpen.”

Volgens Stephen Covey laat de fabel zien dat effectiviteit afhankelijk is van twee factoren namelijk het geproduceerde (de gouden eieren) en het productiemiddel (de kip). Tussen deze factoren moet een goede balans zijn om succesvol te zijn in je organisatie.

Ik dacht aan de toepassing van deze fabel in het lesgeven. De gouden eieren zijn de prestaties van de leerling. De leerling zelf is natuurlijk het productiemiddel. Een blije kip is enthousiast over het musiceren, heeft zin om naar les te gaan en weet hoe hij zelf goed kan oefenen.

Hoeveel tijd en aandacht gaat er in lessen naar de prestaties en hoeveel naar de leerling? Zouden wij als docent de kip nog wel eens vergeten als we gefocust zijn op de resultaten? Denkende dat de kip wel voor zichzelf zorgt? Of in de veronderstelling dat de gouden eieren de kip dusdanig blij zullen maken dat ze verder niets nodig heeft?

Vlak voor een uitvoering leggen we bijvoorbeeld als vanzelf de nadruk op prachtige gouden eieren. We repeteren hard en moedigen aan thuis vooral goed te oefenen, want niemand wil een slecht figuur slaan op het podium. Ook wij als docent niet. Op zich is dat een natuurlijk proces, maar in onze gedrevenheid kunnen we misschien ook vergeten aan de leerlingen te vragen hoe ze zit eigenlijk voelen. Hebben ze er zin in? Vinden ze het lastig om thuis te oefenen? Hebben ze zelfvertrouwen? Is er goede samenwerking?
Deze aandacht voor de kip draagt bij aan een plezierige uitvoering, die dan bovendien nog beter gaat.

Het mooie van zo’n metafoor is dat het met een frisse blik laat kijken naar jezelf. Ik denk zelf dat ik veel aandacht heb voor de kip, ik ben een kip-georiënteerde docent zeg maar. Als de leerling niet blij is dan moet daar ogenblikkelijk wat aan gedaan worden als ik mijzelf chargeer. Dat vergt geduld en het los kunnen laten van mijn lesprogramma. Ik ben er trots op dat ik dat kan en daarin bovendien de relatie met de eieren weet te leggen. Maar soms is loslaten beter, laat die kip maar even scharrelen. Hij moet ook leren zijn eigen keuzes te maken, onafhankelijk te worden en daarin zelfvertrouwen ontwikkelen.

Daarentegen kan een te eenzijdige nadruk op de eieren tot gevolg hebben dat er rationeel wordt lesgegeven. Met veel aandacht voor de juiste nootjes en techniek en weinig ruimte voor de ideeën van de leerling. Met als gevolg spanning bij de leerling of alle nootjes goed gespeeld worden, of juist een bore-out.

Zo zijn er valkuilen voor de docent die te weinig aandacht overhoudt voor de kip of juist de eieren. Het gaat uiteindelijk om de balans.

Heel toevallig luister ik al schrijvende naar een opname van een concert van Sarah Vaughan in Berlijn op YouTube. Na de eerste song te hebben gezongen stelt ze haar trio voor. Misschien zit ze midden in een tournee waarin ze in elk land weer met andere musici samenspeelt, want ze maakt meteen van de situatie gebruik om zichzelf aan haar medespelers voor te stellen: “O yeah, my name is Sarah Vaughan” en ze loopt met uitgestrekte hand op de pianist af. “How do you do?” Vervolgens loopt ze op de bassist af (“Hi how do you do?” gevolgd door de drummer (“I know you, how you do sir?”). Ze moeten vervolgens over hun instrument heen hangend ook elkaar een hand geven: “Gus that’s Ed” “Fine, good…now that we all know another, let’s get on with it”!

Mijn eerste gedachte is dat het toch heel anders samenspeelt als deze beroemde zangeres aandacht heeft voor haar kippen en niet alleen voor de eieren.

 

2 Comments

Leave a Reply